Getuigenissen van Theresienstadt
Onlangs verscheen een boek met aangrijpende getuigenissen van mensen die vanuit Nederland, meestal Westerbork, met bestemming Theresienstadt werden gedeporteerd. Het boek is samengesteld door Ria van den Brandt, filosoof en onderzoeker aan de Radboud Universiteit, in samenwerking met Guido Abuys, conservator van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Vanaf 1942 tot aan het einde van de Tweede Wereldoorlog arriveerden er, uit alle delen van Europa, 141.162 Joodse gevangenen in Theresienstadt. Daarvan zijn er 33.456 mensen in Theresienstadt gestorven en 88.198 mensen gedeporteerd naar ‘het Oosten’, lees: Auschwitz. Bij de bevrijding van Theresienstadt zouden er nog 16.832 Joodse gevangenen zijn geweest.
De overgrote meerderheid van de uit Nederland gedeporteerde Joden, meer dan 95%, ging niet naar Theresienstadt. De nazi’s deporteerden ongeveer 5.000 Joden vanuit Nederland naar Theresienstadt. Vijf categorieën van Joodse groeperingen kwamen hiervoor ‘in aanmerking’: 1. Protektionsjuden en Verdienstjuden; 2. Blaue Reiter Juden; 3. Portugiesiche Juden; 4. Protestantische Juden en 5. De zogeheten ‘Barneveldgruppe’. Het kamp gold als een ‘bevoorrecht’ kamp. Philip Mechanicus geloofde deze propaganda niet: het kamp zou ‘het neusje van de zalm’ zijn, maar ‘de zalm stinkt’, citeert de achterflap. Hoezeer die stonk wordt duidelijk in de verhalen van de 43 getuigen.
Tussen 22 april 1943 en 20 november 1944 kwamen in Theresienstadt acht transporten uit Nederland aan. Het boek tekent de getuigenissen op van 43 mensen die tussen 1995 en 2017 over hun aankomst en verblijf daar werden geïnterviewd. De meeste interviews werden afgenomen door Ria van den Brandt en Guido Abuys.
De ervaringen van twee van hen, Mirjam Smuk (geboren 1930) en Kitty de Wijze (geboren 1924 in Boxmeer) hebben we (deels) ook weergegeven in onze Namenlijst 1939-1945 op deze site. De Poolse Mirjam Smuk werd als achtjarig meisje na de Kristallnacht aan het begin van 1939 door haar ouders op de trein gezet naar Nederland. Ze kwam eerst aan in Nijmegen, waar ze bij verschillende gastgezinnen werd ondergebracht en vertrok vervolgens naar haar zus in Amsterdam. De oorlog was toen al uitgebroken. Zij arriveerde in januari 1944 vanuit Bergen-Belsen in Theresienstadt, waar ze tijdelijk werd herenigd met haar ouders. Haar vader werd op 28 september 1944 naar Auschwitz gedeporteerd, Mirjam en haar moeder volgden op 6 oktober. Kitty de Wijze arriveerde op 6 september 1944 vanuit Westerbork in Theresienstadt, samen met haar man, de tekenaar Leo Kok, met wie ze in Westerbork was getrouwd. Leo werd verder gedeporteerd en stierf kort na de bevrijding. Kitty en Mirjam overleefden de verschrikkingen en keerden terug naar Nederland.
Ria van den Brandt, ‘Ik was mijn houvast helemaal kwijt’. Getuigen van Theresienstadt (Verbum 2021). In samenwerking met Guido Abuys.